Welke sondes kunnen worden gebruikt om de laagdiktes te meten in 'verf op thermisch verzinkt staal' duplexcoatingsystemen in zware corrosiebescherming?
Gebruik de duplex-sondes FDX10 en FDX13H. Deze sondes hebben een minimale laagdikte van 70 ยตm nodig voor thermisch zink om correct te kunnen meten.
Waarop moet ik letten bij het kalibreren van de duplex-sondes FDX10 en FDX13H?
Deze duplex-sondes hebben twee meetkanalen. Het magnetische inductiekanaal meet de totale dikte van de verf plus het zink. Het amplitudegevoelige wervelstroomkanaal meet alleen de dikte van de verflaag bovenop het zink.
Kalibratie vereist een volledig onbekleed stalen onderdeel dat overeenkomt met het originele onderdeel, evenals een verzinkt onderdeel met minimaal 70 micron zink. Het magnetisch-inductieve kanaal van de sonde wordt gekalibreerd op het onbeklede stalen deel. De gebruikte kalibratiefolies moeten het verwachte bereik van de totale coatingdikte (verf + zink) omvatten.
Het verzinkte deel wordt gebruikt voor het kalibreren van het amplitudegevoelige wervelstroomkanaal. De gebruikte kalibratiefolies moeten het verwachte diktebereik van de verflaag omvatten.
Welke sondes kunnen worden gebruikt om de laagdiktes te meten in 'verf op dun verzinkt staal' duplexcoatingsystemen?
De sondes ESG2 en ESG20 zijn geschikt voor dunne zinklagen. Deze sondes kunnen alleen worden gebruikt als er geen diffusielaag tussen het zink en het staal is. Dit is meestal het geval bij gegalvaniseerde en zeer dunne thermisch verzinkte lagen (bijv. in de automobielindustrie). Thermisch verzinkte coatings in zware corrosiebescherming, die vaak meer dan 70 ยตm dik zijn, vormen meestal een duidelijke diffusielaag tussen het staal en het zink. In dit geval kunnen de ESG2- en ESG20-sondes niet worden gebruikt.
Waarop moet ik letten bij het kalibreren van de duplex-sondes ESG2 en ESG20?
Deze duplex-sondes hebben twee meetkanalen. Het magnetische inductiekanaal meet de totale dikte van de verf plus het zink. Het fase-gevoelige wervelstroomkanaal meet alleen de dikte van de zinklaag onder de verf.
Kalibratie vereist een volledig onbekleed stalen deel dat overeenkomt met het originele deel, evenals een verzinkt deel met een typische zinklaag.
Het magnetisch-inductieve kanaal van de sondes is gekalibreerd op het onbeklede stalen deel. De gebruikte kalibratiefolies moeten het verwachte bereik van de totale coatingdikte (verf + zink) omvatten.
Het fase-gevoelige wervelstroomkanaal van de sonde is gekalibreerd op het verzinkte deel. Hier mogen geen kalibratiefolies worden gebruikt, omdat de zinklaag zelf de kalibratielaag is: meet alleen het verzinkte deel. De dikte van de zinklaag hoeft niet als referentie te worden gemeten voor het kalibreren. De kalibratietarget/setwaarde voor de zinklaag wordt geleverd door het magnetisch-inductieve kanaal zoals geijkt in de eerste stap.